VAG BC-I-11-07

In dankbare herinnering aan

ANNA GEZINA FISCHER

sinds 7 juni 1969 weduwe van Johan Arling

Zij werd geboren op 14 juni 1921 te Barger-Oosterveld en na voorzien te zijn van het H. Sacrament der Zieken, overleed zij in het ziekenhuis te Emmen op 22 november 1997. Na een plechtige uitvaartdienst in de St. Josephkerk te Barger-Compascuum op 27 november, hebben wij haar lichaam aan de aarde toevertrouwd van het parochiekerkhof, aldaar.

Na een periode van ziekzijn kwam er toch nog onverwacht snel een eind aan het leven van onze ma en oma. Wij zagen wel dat het minder werd, maar dat het zo snel zou gaan… . . .

Haar leven werd voornamelijk gekenmerkt uit hard werken en eenvoud. Als kind van 12 jaar moest zij al mee om de kost te verdienen, eigenlijk is het altijd zo gebleven, op het land en in het veen aan de Berkenrode, waar zij na haar huwelijk ook jaren heeft gewoond. Later aan “Landskant” zou zij het wat rustiger krijgen, maar kreeg al snel met de harde realiteit van het leven te maken, toen na een ernstige ziekte pa kwam te overlijden en zij alleen de zorg kreeg voor haar gezin met nog opgroeiende kinderen.

Desondanks ging zij niet bij de pakken neerzitten, maar werd letterlijk de mouwen opgestroopt. “Je moet verder en ik ben niet de enige” was haar gezegde. Maar ook daarna ging niet alles over rozen. Ondanks dat zij het niet zo breed had, stond de deur voor een ieder open, want zij was graag onder de mensen en had altijd genoeg In huis.

Ma en oma was een eenvoudige vrouw en hoge of luxe eisen stelde ze nooit. Van de kleinkinderen en achterkleinkind heeft zij genoten en bleef graag op de hoogte met allerlei dingen, de verjaardagen “‘stipt als zij was” vergat zij nooit.

Zij ging graag uit, naar familie en de Bingo was voor haar ook een ontspanning waar zij elke keer naar uitkeek.

Het laatste laar ging dit voor haar steeds moeilijker en na het overlijden van haar broer Henk die haar elke dag bezocht, heeft zij ook vaak gezegd: ‘”Nu is het mijn beurt”, en een maand later werd zij ernstig ziek.

Ze was op ’t laatst zo moe, te moe om op te staan, te moe om te praten, en moest ze ook nog uit “haar huisje” en naar “De Bargeres”  ‘waar ze heel liefdevol is verzorgd.

Nu zij is overleden zien wij in dankbaarheid terug op haar leven met en te midden van ons en gunnen haar de rust in vrede en geluk, samen met pa en opa, in het nieuwe eeuwige leven bij onze God en Vader waarin zij geloofde.

Kom bij me

Als ik ‘s avonds verlang naar de nacht,

als ik moe ben van ’t vragen om kracht,

komt de stem van de Heer,

leg je zorgen toch neer

want ik draag ze, ‘k heb alles volbracht.