VAG BC-A-02-01

Geert Feringa (* 07-12-1918   † 13-06-1993) en
Lies (Maria Elizabeth) Hake (* 26-05-1924   † 09-08-2013)

Geert werd geboren als jongste in een gezin van 10 kinderen.

Zijn ouders waren Hermann Heinrich Feringa (geb. 1864 te Hebelermeer) en Angela Rolfes (geb. 1873 in Rütenbrock).

Geert verhuisde vanaf het bovenveen met zijn ouders in 1933 naar de nieuwe boerderij aan de Limietweg 33 in Barger-Compascuum. Geert ligt samen met zijn vrouw Lies begraven op dit kerkhof waar ook zijn ouders en al zijn broers en zussen zijn begraven. In 1949 trouwde hij met Lies Hake die ook aan de Limietweg woonde.

Ook zij kregen samen 10 kinderen waarvan Ben (de tweede) in 2016 de Nobelprijs Scheikunde won.

Opgroeiend op de boerderij en later zelf ook boer, kreeg Geert grote liefde en belangstelling voor de natuur.

Geert was boer in hart en nieren. Vaak kon je hem op het land zien lopen de vruchten te bekijken en dan keerde hij terug naar huis met een veldboeket voor zijn vrouw Lies. Zijn aandacht, zorg en werk voor zijn gezin kwam bij hem op de eerste plaats. Geert toonde voor velen belangstelling, met name voor zijn gezin en gemeenschap.

Ook had hij een groot gevoel voor humor en genoot hij als hij een sterk verhaal kon vertellen. Veel van zijn kinderen leerde hij zwemmen in het kanaal voor de boerderij. Geert zat op warme zomerse dagen na het werk op het land aan de wal met een touw in zijn hand of hij had een ladder in het water gelegd, waar de kinderen zich dan aan vast konden houden.

Geert was actief in het kerk- en schoolbestuur van Barger-Compascuum, evenals in het bestuur van de plaatselijke Boerenleenbank, later Rabobank. Hiervoor is hij in 1989 koninklijk onderscheiden.

Hij las veel boeken en was met name geïnteresseerd in geschiedenis en het nieuws uit de wereld.

Door zijn ziekte was hij steeds meer aan huis gekluisterd. Hij was blij dat hij Ruud, die de boerderij voortzette, nog hier en daar raad kon geven. Het heeft veel voor hem betekend dat hij vanaf zijn bed in de voorkamer over de akkers kon uitkijken. Mede door de zorg van zijn vrouw Lies, was hij dankbaar dat hij thuis kon sterven.

Lies werd geboren als oudste in een gezin van 11 kinderen. Haar ouders waren Bernard Hake (geb. 1900 te Barger-Compascuum) en Maria Margaretha Wubben (geb. 1900 te Hebelermeer).

Lies groeide op aan de Limietweg als boerendochter. Na haar schooltijd is ze een aantal jaren in betrekking geweest bij de familie Hoge in Emmer-Compascuum.

In 1949, na haar trouwen met Geert Feringa, verhuisde ze naar de andere kant van de Limietweg. De vader van Geert en zijn zussen Lies en Meike, hebben nog een aantal jaren bij hen ingewoond.

Lies en Geert kregen samen 10 kinderen. Ze hebben 44 jaar samen op de boerderij gewoond en groot was haar verdriet toen Geert na intensieve verzorging op 13 juni 1993 overleed.

Een paar jaar na zijn overlijden is ze verhuisd naar een huis in het dorp.

Lies wilde nooit opgehemeld worden. “Doe maar gewoon”, zei ze altijd.

Ze heeft heel veel kleding genaaid en versteld. Op latere leeftijd heeft ze nog een cursus voor coupeuse gevolgd, evenals een VOS-cursus (vrouwen oriënteren zich op de samenleving). Verder werkte ze veel in de moestuin, wekte alle groenten in en had het druk met de jaarlijkse slacht. Eerst ging alles nog in weckflessen, maar later was de diepvries er. De zorg voor de kinderen nam ook veel tijd in beslag. Regelmatig nam haar man Geert de kinderen op zondagmiddag mee naar de grenze, waar ze tussen de turfbulten konden spelen en dan kon Lies even een middagslaapje doen.

Zelfs toen ze heel oud was, namen de kinderen nog regelmatig verstelgoed voor haar mee. “Het kan wel een weekje duren” zei ze dan. “Ik ben niet meer zo snel.” De volgende dag belde ze dan al vaak om te laten weten dat het klaar was.

Mooie en dierbare herinneringen zijn er. Lies zittend bij Geert op een kleed in het Dunenborgerbos in Duitsland, tijdens de jaarlijkse picknick; of thuis zittend bij het stookhok of op een kleed onder de kromme appelboom.

Wat heeft ze ook vaak grote pannen eten gekookt. Niemand maakte zulke lekkere kippensoep als zij.

Het geloof betekende veel voor haar. De kerk hoorde bij haar leven.

Regelmatig stak ze een kaarsje op voor als er zorgen waren of als iemand op reis ging en dan bad ze voor hun welzijn.

Het laatste jaar ging haar gezondheid achteruit. “Vroeger kon ik alles en nu kan ik niets meer”, verzuchtte ze dan. Heel rustig en tevreden is ze te midden van haar kinderen op 9 augustus 2013 thuis ingeslapen.