VAG BC-A-09-01

Pastoor L.H. van der Vegte O.Carm (1916-1973)

Op 26 september 1969 werd pastoor Van der Vegte geïnstalleerd in onze parochie. Hij werd geboren te Zwolle op 19 januari 1916, trad toe tot de orde van de Carmelieten op 14 september 1939 en werd op 15 juli 1945 tot priester gewijd. Tijdens zijn verblijf hier kreeg hij assistentie van broeder Cyrillus. Onder pastoor Van der Vegte kwam het onder andere tot een aanpassing van het priesterkoor aan de zich vernieuwende liturgie. Er werd een nieuw altaar geplaatst, zodat de pastoor niet langer met zijn rug naar de gelovigen hoefde te staan. Later volgde ook het verwijderen van de communiebanken en het plaatsen van een houten verhoging, dat vanaf die tijd dienst zou gaan doen als priesterkoor. Voor deze laatste aanpassing werden ook een aantal kerkbanken verwijderd. Op 20 juli 1970 vierde pastoor Van der Vegte zijn zilveren priesterjubileum. Hij ontving van zijn parochianen onder andere een nieuwe fiets.

Het honderdjarig bestaan van de St. Josephparochie werd gevierd van donderdag 31 mei tot en met zondag 3 juni 1973. Op de eerste dag (Hemelvaartsdag) werden in alle vroegte de vlaggen rondom de kerk opgehangen. Tijdens de hoogmis die dag ging bisschop Mgr. Möller voor. Hij werd hierbij geassisteerd door deken Deenen, pater Boerland en pater Heijne. Onder de genodigden bevond zich ook wethouder Zegering Hadders. In zijn toespraak haalde Mgr. Möller aan, hoe moeilijk het voor de geestelijken was geweest om in 1873 Barger-Compascuum te bereiken. Het was een lange reis om naar het dorp te komen. Bovendien zei hij, dat de parochie vast moest houden aan de wezenlijke elementen die ook de afgelopen honderd jaar het beeld van de parochie hadden bepaald. De viering werd opgesierd met prachtig vertolkte gregoriaanse gezangen.

‘s Middags werd er een druk bezochte receptie gehouden in zaal Hogelink. De heer Kuis vertelde in hoofdlijnen iets over de historie van onze parochie. Verder kwamen onder andere pater Heijne, pastoor Walstra en deken Deenen aan het woord. De verschillende toespraken werden afgewisseld met optredens van de Stoppeldansers, het dames- en herenkoor en het Dubbelmannenkwartet. Pastoor Van der Vegte dankte alle aanwezigen voor hun gelukwensen en belangstelling. Hij vertelde bovendien dat de St. Josephparochie hem na aan het hart lag en dat hij er tot zijn dood wilde blijven. Hij liet bisschop Mgr. Möller dan ook weten, dat hij niet meer overgeplaatst hoefde te worden naar een andere parochie.

‘s Avonds werd de revue (geschreven door Herman Wehkamp) met de veelzeggende titel “Een volle eeuw” opgevoerd. Zaal Hogelink was overvol. Onder de aanwezigen bevond zich ook Mgr. Möller die zichtbaar genoot van de revue. De revue werd opgevoerd door de Compascumer Spelers, het Dubbelmannenkwartet, de Stoppeldansers en het Dameskoor. In een aantal bedrijven werd een beeld geschetst van de honderdjarige parochie. Zo stond in de eerste schets een gezin uit 1873 centraal. Ook over de allereerste pastoor (De Klaver) en zijn kerkje werd een stukje opgevoerd, alsmede over een ploeg kanaalgravers en over de bouw van de nieuwe (huidige) kerk. In eerste instantie zou de revue drie avonden worden opgevoerd, maar door het enorme succes werd twee weken na het eeuwfeest de revue nog twee keer voor een uitverkochte zaal gespeeld.

Vrijdag, zaterdag en zondag werden een groot aantal feestelijkheden georganiseerd voor de parochianen, waaronder een amusementsprogramma en een barbecuefeest voor de jeugd. Uiteraard werd er elke dag ook een kerkdienst gehouden. Vrijdagmiddag was er gelegenheid om het gerestaureerde oude kerkhof te bezoeken. Aansluitend hierop vond er speciaal voor de ouderen een bijzondere Heilige Mis plaats in de St. Jozefkapel (het oude schuurkerkje van J.B. Wilken). Na de dienst werd, net als vroeger, een borreltje gedronken. Zondagmiddag werd het eeuwfeest afgesloten met Lof (oude stijl).

Enkele maanden na het zo groots gevierde eeuwfeest werd de parochie diep getroffen door het overlijden van pastoor Lambertus Hendrikus van der Vegte. Geheel onverwacht overleed hij als gevolg van een hartstilstand op 31 oktober 1973. Op 5 november werd zijn lichaam te ruste gelegd op het kerkhof. Op zijn eigen verzoek werd hij begraven tussen de parochianen. Tijdens de plechtige Eucharistieviering was de kerk overvol. Mgr. Möller ging voor in deze dienst, samen met de Provinciaal Overste der Carmelieten (pater Oppenbouwer), deken Deenen, pastoor Budde (Emmer-Compascuum) en pater Heijne. Er waren bijna honderd geestelijken aanwezig, waaronder veel paters van de orde van pastoor Van der Vegte en veel buurtgeestelijken. Zijn plotseling overlijden schokte de parochiegemeenschap diep. Hij stond bekend als een waar religieus priester, die zijn hele leven in dienst stelde van de mensen.

Bron: 125 jaar St. Josephparochie – Marcel Wehkamp en Herman Feringa – UItgeverij Drenthe

Als u het graf op de begraafplaats wilt bezoeken, kunt u hier klikken. Volg de aanwijzingen op en u loopt zo naar het graf.

© RK parochie Maria, Hertogin van Drenthe