QR OMD 08. Kerk jaren 70

In januari 1964 werd het corpus van het kruisbeeld bij de schuurkerk ontvreemd. Later werd het beeld, welke reeds sinds 1895 in het bezit van de parochie is, vernield op het hoogveen teruggevonden. In de werkplaats van aannemer Linneman vond vervolgens restauratie van het corpus plaats. In oktober 1965 werd het beeld plechtig heringewijd door pastoor Aarnink, onder aanwezigheid van pater J. Heine, pater J.B. van der Meer (vicaris in Zuid-Afrika) en pater W. Kocks uit Nijmegen.

Van 1962 tot 1965 werd in Rome het reeds eerder genoemde Tweede Vaticaans Concilie gehouden. Tijdens deze algemene kerkvergadering stond de vernieuwing en verandering van de kerk centraal, alsmede de bevordering van de eenheid van de Christenen. In de beginperiode van pastoor Aarnink werd de invloed van dit Concilie geleidelijk merkbaar. Zo werd het onder andere mogelijk om, naast de zondag, ook zaterdagavond naar de kerk te gaan. In de liturgie begon steeds meer de Nederlandse taal door te klinken in plaats van het Latijn en in 1967 was het voor het eerst, dat dames- en herenkoor gezamenlijk zongen tijdens een eucharistieviering.

Pastoor Aarnink schreef regelmatig in het maandblad Kompas onder de titel ‘’Uit het dagboek van een dorpspastoor”. Hierin verhaalde hij in die tijd regelmatig over het Tweede Vaticaans Concilie en de daarmee gepaard gaande veranderingen. Zo schreef hij in één van de uitgaven: “Op dit ogenblik heerst er ongetwijfeld een zekere ontreddering in de kerk, maar is dit niet eigen aan iedere overgangsperiode? De crisis, die wij constateren in de kerk en in ons eigen leven, is dat niet een groeicrisis? Ik geloof, dat de kerk inderdaad een groeicrisis doormaakt. Maar dit stemt niet tot pessimisme, maar deze is hoopgevend en veelbelovend. Wij als christenen zijn nu genoodzaakt uit de geborgenheid van een beschermende christenheid naar voren te treden. Wij moeten, aldus Paus Johannes XXIII, van een gesloten tot een open kerk worden.” Over de aanpassingen in de katholieke kerk (het Concilie spreekt van “aggiornamento”) schreef hij nog: “Elke christen wordt uitgenodigd om mee te bouwen aan de vernieuwde kerk. Zich daarvoor open te stellen, zich daarvoor te lenen, zich daarvoor in te spannen is inderdaad een opgave, maar een opgave, die dit alles waard is.” Treffende citaten die helder aangeven, welke invloed het concilie had op het werk van pastoors in die tijd.

Op 22 en 23 juli 1967 vierde pastoor Aarnink zijn vijfentwintig jarig priesterfeest. Hij werd middels een prachtige optocht binnengehaald, waarna er een grootse Heilige Mis werd opgedragen. ‘s Middags volgde een receptie en ‘s avonds werd een stijlvolle revue opgevoerd. Pastoor Aarnink over het feest in het Kompas: “Dat feest heeft mij zeer goed gedaan en de parochieband en de plaatselijke band is daardoor zeer verstevigd. (..) De parochie en de hele plaats Barger-Compascuum zijn door die mooie dagen en door alles wat er op die dagen gebeurd is, mij zeer na aan het hart komen te liggen.”

Eind 1968 verbleef pastoor Aarnink in verband met ziekte enkele maanden buiten de parochie. De paters Carmelieten uit Emmen namen in die tijd de werkzaamheden over. Op 21 september 1968 nam pastoor Aarnink afscheid van Barger-Compascuum, om vervolgens terug te keren naar zijn vorige parochie in Mussel.

Bron: 125 St. Josephparochie – Marcel Wehkamp en Herman Feringa – Uitgeverij Drenthe