QR OMD 06. Kerk met kleine toren

Al in 1949 kwam de uitbreiding van het kerkgebouw ter sprake. De pastoor “onderhandelde” met vicaris Huurdeman en kwam overeen, dat de parochie ƒ. 25.000,- zou bijdragen en het aartsbisdom de rest. De bisschop was niet erg te spreken over deze verdeling. Vanwege volumetoewijzingen en urgentieplannen kwam de eerste tijd niets terecht van de verbouwing.

In 1950 overleed oud-pastoor Bergervoet in zijn toenmalige woonplaats Zieuwent. Hij had de St. Josephparochie tot zijn algemeen erfgenaam gemaakt. Dit stelde het kerkbestuur in staat om de bouw te bekostigen. In 1952, toen de bouwplannen definitief waren, ging pastoor Hassink naar Utrecht om te horen wat het bisdom nu zou zeggen. Overeengekomen werd dat het bisdom ƒ. 25.000,- betaalde en de parochie de rest. De uitbreiding van de kerk en de bouw van de nieuwe toren (met een hoogte van 24 meter) werd verricht door aannemer Agterbos uit Ter Apel voor de som van ƒ. 66.000,-. De kelder voor de centrale verwarming en de nieuwe kerkbanken werden gemaakt door de plaatselijke aannemers Exel en Feringa. Dit alles was in 1953 gereed. Juist voor kerstmis 1953 kreeg de toren een verlicht kruis, waarvoor het benodigde geld bijeengebracht was door de jeugd. Ter nagedachtenis aan pastoor Bergervoet werd in het portaal een gedenksteen aangebracht met de tekst: “Laudem Deo, gratiam pastori Bergervoet domis heac dilaudat” (Dit gebouw verkondigt luid de lof aan God en de dank aan pastoor Bergervoet).

Bron: 125 jaar St. Joseph parochie – Marcel Wehkamp en Herman Feringa – Uitgeverij Drenthe