QR OMD 03. Bouw kerk

Onder pastoor Bergervoet (1921-1927) namen de plannen tot de bouw van een nieuwe kerk een grote vlucht. Hij zorgde ervoor dat de ontvening van het stuk grond waarop de kerk gebouwd moest worden, stevig werd voortgezet. Door de malaise in het veenbedrijf, leverde dit niet veel geld op. Pastoor Bergervoet collecteerde daarom in het hele land, om zo het benodigde kapitaal bijeen te brengen. Een groot deel van het kapitaal werd aangetrokken door een obligatielening uit te geven, waarvan de obligatiestukken de toepasselijke naam “Compassertjes” meekregen. Het daartoe opgerichte Vereenigd Administratiekantoor te Arnhem gaf obligaties uit met een waarde van ƒ. 10,- per stuk en een rente van 2%. In totaal werd er voor ƒ. 75.000,- aan obligaties uitgezet. Elk jaar werden een aantal obligaties uitgeloot.

Na de viering van het vijftig jarig bestaan van de parochie in 1923, werd begonnen met de voorbereidingen voor de bouw van de nieuwe kerk. Architecten van het kerkgebouw en de pastorie waren de broers Jos en Pierre Cuypers (zonen van de architect P.J.H. Cuypers, die werken als het Rijksmuseum en het Centraal Station te Amsterdam op zijn naam heeft staan). Als bouwer werd de heer G. Ribberink uit Hengelo ingezet, die het werk voor ƒ. 83.600,- aannam. Het ging hierbij om de bouw van zowel de kerk zelf, alsook de pastorie. Doordat de werkelijke bouwkosten hoger uitvielen dan de raming, kreeg de nieuwe kerk niet zijn geplande vorm. De kerk werd korter en de kerktoren kreeg een bescheidener afmeting. In 1953 werd de kerk opnieuw verbouwd en in de staat gebracht zoals wij die nu kennen. Vanwege de schoonheid werd het gebouw toen door de buurtpastoors geproclameerd tot de kathedraal van Drenthe.
De fundering van het gehele bouwwerk werd in eigen beheer gelegd, onder toezicht van de heer Lucas Lubbers. Hij was ook opzichter tijdens de bouw van de kerk en de pastorie. De meeste vaklieden die aan de kerk hebben gewerkt, waren uit het Duitse Haren afkomstig. Zo is de preekstoel, met daarin de afbeeldingen van de vier evangelisten, gemetseld door Harm Runde uit datzelfde Haren. De eerste steen werd gelegd door deken J.P.P. Oosterbaan, pastoor in Musselkanaal.

Naast de geldelijke inzameling, werden er ook veel attributen geschonken. Zo schonk een inwoner van Baarn een prachtige monstrans met een waarde van ƒ. 2000,- en uit Hengelo kwam een ciborie voor 500 hosties. Verder werden er een Heilig Hartbeeld, kruisbeelden voor op de zijaltaren, een Sint-Antoniusbeeld en een Theresiabeeld geschonken. De parochianen brachten bovendien in zeer korte tijd geld bijeen voor de aanschaf van een nieuw orgel.

Bron: 125 jaar St. Josephparochie – Marcel Wehkamp en Herman Feringa – Uitgeverij Drenthe